Mijn lief heeft twee belangrijke passies, naast die voor kerstversiering en wat dingetjes die voor trouwe bezoekers van dit weblog als bekend worden geacht. Allereerst onze tuin. Deze is smaakvol en in perfecte balans beplant, functioneel en economisch ingedeeld en volledig geschikt gemaakt voor alle soorten van ontspanning, recreatie, bezoek, seks, culinaire verpozing en andere situaties waarin de scheidslijn daartussen wat minder helder is.
Daarnaast zijn er haar vogels, een passie die zij deels met mij deelt, zij het dat ik bij gevogelte andere gedachtes heb dan zij. Waar mijn lief aan drinkbakjes denkt, denk ik eerder aan bouillon. Niettemin is onze tuin een dankbaar speelterrein voor musjes, eksters, kauwen, koolmeesjes en een enkele merel, die dagelijks vanaf een uur of zes in de morgen op harmonieuze wijze de stilte doorbreken en van mijn lief regelmatig versnaperingen krijgen aangeboden.
Een derde, gezamenlijke passie is het zwembadje dat we ieder voorjaar opzetten op een daarvoor gereserveerd stukje tuin en dat we vervolgens vrijwel de gehele zomer in topconditie houden met behulp een listig filter- en warmtecirculatiesysteem op zonne-energie, in combinatie met een afgemeten hoeveelheid chemicaliën. Daar kunnen we op warme dagen in dobberen, soms met gezelschap, maar vrijwel altijd met respect voor de grondbeginselen van het naturisme.
Van de week smolten de passies samen in een heftige episode, toen ik in totale staat van ontspanning ronddreef in mijn badje, in water met een perfecte temperatuur en de middagzon op mijn bolletje.
Moeder Mus, één van de vaste bewoonster van onze tuin en tevens uitbaatster van een florerende mussencrèche in de achtergevel van ons huis, fladderde langs op weg naar de drinkbak en besloot een tussenstop aan mijn persoontje te wijden. Ze streek neer op de rand van het zwembad en maakte met haar wakkere kraaloogjes contact met de mijne.
Getroffen door deze toenadering hief ik voorzichtig het plastic glas ijskoude rosé op dat ik in mijn hand had en knikte haar een voorzichtige groet toe. Hierop draaide Moeder Mus zich om op de rand van het zwembad, hief haar staartje een stukje op en deponeerde met een bijna hoorbare ‘ploemp’ een witte klets in het kraakheldere water, om vervolgens fladderend haar weg te vervolgen.
De rest van de dag zocht ik op het internet naar recepten. ‘Dooie mus’ bleek slechts een ‘alcoholvrije cocktail voor hete dagen’ op te leveren.
Maar goed, de zomer is nog lang niet afgelopen en de barbecue trekt heus z’n neus niet op voor een stukje culinaire improvisatie.