Haar naam was anders, maar in dit verhaal heet ze Lenneke. In die dagen bracht ze me het hoofd op hol met haar uiterst prettige figuurtje, haar ongelooflijke bips en haar onweerstaanbare sproetenkop met donkere lokken, staalblauwe ogen die altijd lachten en een glimlach waar je de krant bij kon lezen. Bovendien was ze bijzonder aardig, altijd vrolijk, grappig en hadden we een een duidelijke klik. Ik wilde bij haar zijn. Ik wilde haar hebben.
Als in een wrede grap van haar schepper was ze echter ook vervloekt met een stem als een lekke stoomfluit, het geluid van een draak in barensnood, alsof haar stembanden direct in haar neusholten waren opgehangen. Hoe lief en serieus haar verhaal ook was, het klonk altijd als een ernstig overstuurde bandopname van ‘The Nanny‘. En hoezeer ik haar ook begeerde, uiteindelijk trok ik dat niet. Onze net-iets-meer-dan-vriendschap verwaterde dan ook en eindigde op termijn in wederzijdse stilte.
Onlangs wees mijn lief mij na een moeizaam lopend gesprek in een iets te druk restaurant op mijn nakende ouderdom met de subtiele suggestie om eens over een gehoorapparaatje na te denken. Die opmerking kwam best aan, maar was wel reëel. Ik mag de leeftijd dan nog niet hebben, maar na jarenlange decompressietabellen, oorontstekingen, ver open gedraaide gitaarversterkers, een vast plekje naast het drumpodium en een ongelukje met een stukje loden pijp en perslucht, is mijn gehoor behoorlijk achteruit gegaan.
Gehoorbeschadiging is onomkeerbaar en verergert met de jaren. Er gaat dus ooit een moment komen dat mijn tinnitus het gaat winnen van het gesproken woord. Mocht het zo ver komen, dan heb ik altijd nog het telefoonnummer van Lenneke, dat ik al die jaren van telefoon naar telefoon heb meegenomen.
Ieder nadeel heb z’n voordeel, zei een groot Nederlands denker ooit. Maar dan liever nog maar even niet bellen, laten we voorzichtig beginnen met een appje.
Ze zeggen niet voor niks dat de drummer always gets the girl 🙂